De gebrandschilderde ramen
De zes grote ramen hebben elk een wapen van gebrandschilderd glas. Boven de ingang het zegel van de kerkelijke gemeente met als zegelspreuk: Wilmst: Animus. Non Munera: ‘Het gaat om de ziel, niet om het bedrag’.
Links vanuit de toeschouwer van de kansel het wapen van de Ruigenhilse polder en rechts hiervan het wapen van Oranje. Rechts van het orgel het wapen van Brabant. Tegenover de kansel het wapen van Willemstad met de spreuk ‘Fortitudo Mea Deus’: God is mijn vesting.
Links van de ingang het wapen van de polder Heijningen. De oorspronkelijke glazen hadden de wapens van prins Maurits, de Staten-Generaal, de Staten van Holland, Utrecht, Zeeland en de stad Middelburg, de polders van de Ruigenhil en Heijningen, Willemstad, alsmede van zijn eerste gouverneur.
Zij hadden hiervoor een bijdrage geleverd. Deze glazen hebben de kerk versierd tot het jaar 1733. Bij de vervanging in dat jaar, werd het gebrandschilderde glas van de wapens in één groot mozaïek in twee vensters gezet.